Niemand weet hoe oud waterpassen precies zijn. Wel weten we dat de Romeinen watertanks gebruikten als primitieve waterpas bij het bouwen van hun beroemde aquaducten.
Door het wateroppervlak te bestuderen konden de Romeinen bepalen of de ondergrond volledig vlak was of afliep.
Om een moderner gereedschap te vinden gaan we terug naar 1661, toen de Franse wetenschapper Melchisedech Thévenot de moderne waterpas uitvond. Maar het duurde tot het begin van de 18e eeuw voordat de uitvinding breder bekend werd.
Lange tijd gaven bouwvakkers de voorkeur aan oude flessen met water om deze als een soort waterpas te gebruiken.
Tegenwoordig bevatten waterpassen geen water meer, maar alcohol of olie.
De waterpas bestaat nu uit een profiel, een horizontale libel, één of twee verticale libellen en einddoppen.
Er zijn waterpassen voor allerlei toepassingen. Van het maken van trappen en het trekken van leidingen, tot tegelen en kijken of de caravan wel recht staat. Wanneer je een waterpas uitzoekt zijn er, naast het belangrijkste doel, een aantal factoren waar je op kunt letten.