JavaScript is vereist om deze pagina weer te geven

Schakel JavaScript in je browserinstellingen in. Vernieuw de pagina, zodra ingeschakeld, om door te gaan. Dank je wel!

Our heritage

Ons erfgoed

Het verhaal van Hultafors begon in 1883 toen een jonge ingenieur, Karl-Hilmer Johansson Kollén, een meetapparaat uitvond dat de conversie van Zweden naar het metrieke stelsel zou vergemakkelijken.

De mens heeft altijd de behoefte gehad om afstanden te meten. In 1790 gaf de nationale Assemblé van Talleyrand in Frankrijk de Koninklijke Wetenschapsacademie de opdracht om een systeem van meeteenheden te produceren 'Voor alle tijden, voor alle mensen'. Het resultaat was het metrische systeem. Bijna 100 jaar later werd het metrische systeem officieel ingevoerd in Zweden, wat inhield dat de oude afstandsmaten stap voor stap zouden worden afgeschaft.

In die tijd woonde in Stockholm een eigenzinnige architect die Karl-Hilmer Johansson Kollén heette. Hij kreeg de opdracht om details te ontwerpen voor een theater, maar weigerde op religieuze gronden en nam ontslag. Toen het nieuws over het nieuwe metrische systeem kwam realiseerde hij zich al snel hoe educatief het zou zijn als je tegelijkertijd beide meetsystemen zou kunnen zien. Hij ontwikkelde een vergelijkingsregel. Dat was gewoon een meetlat waarop zowel de oude duimen als de nieuwe centimeters stonden. Het probleem was dat de lat één enkel lang stuk was en dus lastig om te hanteren. Vandaar de volgende innovatie van Karl-Hilmer; een lat die je op kon vouwen. De duimstok was geboren.

De eerste duimstokkenfabriek

Een Engelse dame die over het nieuwe idee had gehoord financierde de eerste productie van de duimstok. Ze investeerde 5.000 Zweedse kronen en de duimstokkenfabriek Svenska Mått- och Tumstocksfabriken werd in 1883 opgericht in Stockholm. Het werd al snel een succes. Toen de fabriek in Stockholm te klein werd, besloot Karl-Hilmer de fabriek naar Göteborg, zijn geboortestad, te verhuizen

De verhuizing naar Hultafors

De eerste fabriek in Göteborg lag op Sillgatan 12. Na een tweede fabriek in Loppetorpet, in Heden, was het tijd om een nieuwe locatie te vinden. Joel Kollén, de zoon van Karl-Hilmer, had een zomerhuis in Hultafors, een klein dorpje tussen Göteborg en Borås. Het dorp had net een treinstation en een goede weg gekregen. In combinatie met de mogelijkheid om waterkracht te gebruiken, was dit de beslissende factoren voor de laatste verhuizing in 1907.

Verhuizen op oudejaarsavond

In 1905 nam Joel Kollén de fabriek over van zijn vader en twee jaar later, in 1907, was het tijd om de fabriek te verplaatsen van Göteborg naar Hultafors. Joel en zijn zwager voerden de verhuizing uit op oudejaarsavond. Samen verplaatsten ze de machines en het materiaal met paard en slee, geheel tegen de wil van Karl-Hilmer in. Karl-Hilmer zelf mocht de fabriek in Hultafors niet bezoeken omdat hij het fabriekspersoneel stoorde bij hun werk met zijn inventieve uitvindingen.

Het dorp dat ons zijn naam gaf

Al meer dan 100 jaar zijn het hoofdkantoor en de hoofdactiviteiten van Hultafors gevestigd in het dorp dat zijn naam gaf aan ons bedrijf. Het dorp Hultafors, gelegen tussen Göteborg en Borås in het westen van Zweden. In Hultafors produceren we nog steeds duimstokken, met behulp van een zeer unieke en wereldwijd toonaangevende productietechnologie.

Het magische nummer 50

Lange tijd probeerden de eigenaren het aantal werknemers te beperken tot 50. Waarom? Omdat ze dachten dat dit het magische getal was, een aantal waarop de medewerkers elkaar nog kennen en op een meer persoonlijk niveau met elkaar praten. De hoop was dat dit zou leiden tot meer tevredenheid onder het personeel.

Fabrieksbrandweer

De lokale brandweer was een initiatief van de directie van Hultafors en verschillende werknemers in de fabriek hadden taken die met de brandbrigade verband hielden. In geval van brand werd contact opgenomen met het kantoor en het kantoorpersoneel startte vervolgens een alarm in de fabriek om de werknemers te waarschuwen.

Kerstgedachte

De vrouw van Joel Kollén, Ester, gaf veel om de mensen in het dorp. Elke kerst reisde ze samen met haar schoondochters naar Göteborg om kerstcadeaus te kopen voor alle kinderen van het personeel. Alle kinderen jonger dan 14 jaar kregen een speeltje en een “nuttig geschenk” van het bedrijf.

Creatief vervoer van hout

Als er een trein met nieuw hout voor de fabriek op het station arriveerde, werden alle boeren in het dorp op de hoogte gebracht. Ze kwamen dan met paard en wagen naar het spoor om te helpen met lossen van de wagons. Omdat ze werden betaald voor het aantal stammen dat ze vervoerden, kwam de boer Persson uit Vikhult met het idee om de stammen andersom op de wagen te leggen. Dit resulteerde in de mogelijkheid om meer hout per lading te vervoeren. Deze creatieve manier om wat meer geld te verdienen werd echter niet gewaardeerd door de politie. De lading werd namelijk veel breder en nam bijna de hele breedte van de weg tussen het station en de fabriek in beslag.

Het vakantiehuis

Aan de westkust van Zweden kregen de fabrieksarbeiders en hun gezinnen de mogelijkheid om in de zomer een week op een boerderij, Instön genaamd, te logeren. De boerderij was eigendom van Joel Kollén en de regeling kwam op gang middels een stichting die werd opgericht door de familie Kollén. In het begin werden de gezinnen per vrachtwagen naar de boerderij vervoerd, omdat veel van hen geen auto hadden. Later reisden ze er vaak met de brommer naartoe.

List en bedrog

De arbeiders die de scharnieren voor de duimstokken maakten, werden in de jaren 1930 niet zo goed betaald en de jonge mannen die het werk uitvoerden werden betaald per kilo. De verleiding om het systeem te slim af te zijn was te groot voor sommigen van hen. Een van de meest populaire methoden om meer betaald te krijgen was een stuk ijzer met een koord eraan op de bodem van de emmer te leggen waarin de scharnieren werden bewaard. Het koord was bevestigd aan een van de scharnieren aan de bovenkant en als de emmer was gewogen en op punt stond te worden geleegd, werd het ijzer naar een lege emmer geplaatst.

Spionage

De eigenaren waren bang dat het bedrijf zou kunnen worden blootgesteld aan spionage. Ze ondernamen daarom verschillende maatregelen om de productiegeheimen veilig te houden. Zo waren de ramen van de fabriek lange tijd gemaakt van ondoorzichtig glas en werd niet ingegaan op verzoeken van de medewerkers om in ieder geval de bovenkant van de ramen van helder glas te maken. In elke pauze werd de fabriek ontruimd en afgesloten; een bewaker liet de werknemers pas 5 minuten voor de pauze voorbij was weer in de fabrieksruimte. Als er externe bezoekers kwamen, werden sommige delen van de fabriek gebarricadeerd. Dit lijken misschien uitzonderlijke maatregelen, maar de eigenaren hebben nooit getwijfeld aan de loyaliteit van hun werknemers.

Het washuis

Vlakbij de waterval waar de oorspronkelijke fabriek stond, werd in 1945 een klein gebouw neergezet. Het gebouw werd gebruikt als wasserij door het personeel en hun gezinnen. Het personeel kreeg 10% korting op het gebruik van de faciliteiten en het was heel populair. Toen de huisvestingsnormen in de jaren '60 beter werden en er wasmachines in particuliere huizen werden geïnstalleerd, verloor de wasserij wat van zijn functie.

Tandpasta met zaagsel

De Tweede Wereldoorlog leidde tot slechte jaren in Zweden. In de fabriek waren de bijproducten van de productie van duimstokken van waarde. Zo werd het zaagsel bijvoorbeeld gemalen en verkocht om te worden gebruikt in tandpasta en brood. Het houtpoeder werd ook verkocht aan bakkerijen waar het werd gebruikt om over de bakplaten te strooien voor het brood werd gebakken.

Wijzigingen in productie

Toen werd overgegaan op coaten in plaats van lakken van de duimstokken, had een derde van het personeel ontslagen kunnen worden. In plaats daarvan koos het management ervoor om het proces stapsgewijs aan te passen. De de vrouwen die de duimstokken hadden gelakt kregen zo de tijd om een nieuw beroep te leren of met pensioen te gaan.

De grote brand

De grootste brand in de geschiedenis van Hultafors vond plaats in 1957. De brand begon in een ventilator en breidde zich snel uit naar de lakafdeling van de fabriek. Karl-Hilmer Johansson Kollén was op dat moment op zakenreis in Engeland, maar haastte zich naar huis. Tegen die tijd was zijn kleinzoon, Arne Kollén, er al in geslaagd om nieuwe onderdelen te vinden voor het lakken. Hierdoor hoefde de producten maar enkele dagen te worden onderbroken.

Vorige Volgende